Monumentenzorg

Vindt u het niet vreemd dat een wielermonument nog steeds niet dezelfde bescherming geniet als pakweg een onbekende en illustere scheepslift gelegen in de feeërieke en bruisende wereldstad La Louvière?

De werelderfgoedlijst van UNESCO telt zo’n 936 beschermde monumenten verspreid over 153 landen, die elk uniek en onvervangbaar zijn. In België komen er slechts een tiental plaatsen in aanmerking: Van het Victor Hortahuis in Brussel tot de verschillende Vlaamse begijnhoven en het Plantin-Moretuscomplex te Antwerpen. Stuk voor stuk pareltjes van de Westerse architectuur met een cruciale geschiedkundige houvast. Uiteraard betreft het hier uitsluitend voorbeelden van culturele, sociologische of godsdienstige aard. Een op en top archaïsche richtlijn, maar dat euvel lijkt geen onoverkomelijke zaak. Wij Belgen en Vlamingen zijn immers sinds jaar en dag autoritair wereldkampioen in het buiten de lijntjes kleuren.

De Ronde van Vlaanderen en andere grote wielerkoersen behoren nog steeds niet tot het elitekransje van beschermde monumenten. Indien de verantwoordelijke verenigingen en departementen niet zolang zouden talmen met het toekennen van deze noodzakelijke ondersteuning, was er misschien geen sprake geweest van het Criterium van Vlaanderen of de Ronde van de Viptenten, dat op 1 april 2012 plaats vindt in en rond Oudenaarde. Het schrappen van de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg heeft de magische sfeer en kosmische ziel van de Vlaamse wielerweek uitgeroeid. Pas op. Ik wil hier totaal geen zoveelste betoog houden tegen de commercialisering van Vlaanderens Mooiste, of een drieënvijftigste scheldtirade beginnen tegen geldwolf Wouter Vandenhaute en ander duivelsgebroed in de vorm van zijn entourage.

Neen, de strijd is gestreden en het zal in de lente blijken of de reformisten al dan niet bakzeil zullen halen. Maar één verloren veldslag betekent nog niet dat de oorlog is betwist. Alle wielerfanaten, organisatoren, gedeputeerden, renners en andere betrokkenen moeten zich dringend herenigen en de monumenten van de koers meer dan ooit koesteren. De mediarel rond de gewijzigde slotscène van de Ronde Van Vlaanderen was immens, maar de afgelopen jaren hebben nog andere traditionele recepten van grote klassiekers een metamorfose ondergaan of zit de hervorming voorlopig nog in de pijplijn. Enkele mutaties waren slechts een storm in een glas water, anderen werden onder een daverend applaus onthaald. Eén ding is zeker. Sinds de Amerikaanse president Barack Obama zijn slogan ‘Change, we can believe in’ aan de wereld verkondigde is de neiging tot verandering onstuitbaar.

Een kleine bloemlezing: Sinds 2008 ligt de eindstreep van Milaan – San Remo niet meer op  de roemrijke Via Roma. Een sacrale plek voor elke sprintbom. De laatste meters van ‘La Primavera’ worden nu afgelegd op de Lungomare, wat als gevolg heeft dat de top van de Poggio slechts zes kilometer van de meet verwijderd ligt. De volle 200 meter minder dan voorheen. Een tweetal hectometers minder op een totaal van 298 km in ruil voor de verloedering van de geest der wedstrijd. De finale van die andere Italiaanse klassieker, De Ronde van Lombardije, is ook onherkenbaar geworden. De als een sprookje klinkende ‘San Fermo della Battaglia’ moest vrede nemen met het bankzitterstatuut. De rol van ultieme scherprechter in de koers van de vallende bladeren was weggelegd voor de ‘Villa Vergano’. Geen wonder dat een renner van de tweede garnituur als Oliver Zaugg ging lopen met de overwinning.

Zelfs bij onze noorderburen is de trend tot aantasting en verandering aangeslagen. De organisator van de Amstel Gold Race en tevens bondscoach van de Nederlandse nationale ploeg, Leo Van Vliet, zal de afstand tussen de voorlaatste beklimming en de beslissende Cauberg 2 km korter maken. Boven op de Keutenberg zullen de renners nu nog maar tien kilometer moeten dalen om zo in een rotvaart naar de voet van de slotklim te stormen. Maar ook de grote rondes kreunen onder de toenemende perstribunes en vipdorpen. De mythische Puy De Dôme is als sinds 1988 niet meer beklommen in de Tour de France. Reden: De top is te klein en te smal voor de megalomane eisen van de logistieke omkadering. Nochtans zou deze puist uit het Centraal Massief niet misstaan. Uit de vele overleveringen spreekt de legendarische strijd in 1974 tussen de eeuwige tweede Raymond Poulidor en de lepe das Bernard Hinault op de flanken van deze vulkaan nog altijd tot de verbeelding.

En het gaat maar door. Deze week geraakte bekend dat de passage van de beruchte kasseistrook in het bos van Wallers op de helling staat. Volgens de koersdirecteur staat er te veel mos en gras tussen de kinderkopkes op de ‘Trouée d’Arenberg’. De veiligheid zou niet meer gegarandeerd kunnen worden. Onnodige drama en drogredenen alom. Natuurlijk is het voor de renners geen sinecure om op zo’n 2,4 kilometerslange gruwelijke weg te dokkeren. Maar zonder deze hoop willekeurig neergevlijde stenen is de Hel van het Noorden onthoofd. Tuiniers en wegenwerkers aller lande verenig u, en schoffel of schraap deze natuurlijke gewassen naar de vaantjes. Het monster van Wallers moet blijven. Onkruid vergaat niet, weet u wel!

Plaats een reactie