De deur dichtdoen, iemand de dranghekken inrijden, ermee op de loop gaan, iemand de pas afsnijden, van de lijn afwijken. Deze spreekwoorden waren afgelopen crossweekend schering en inslag en zetten heel wielerminnend Vlaanderen op zijn kop. Was Sven Nys schuldig? Of reed hij in Koksijde gewoon een professionele sprint?
De meningen waren zoals zo vaak verdeeld. De entourage en aanhang van Nys hield het op ervaring van een lepe vos, maar in het verliezende kamp schreeuwde men moord en brand. Kevin Pauwels reageerde zoals altijd stoïcijns. Op de streep maakt hij nog duidelijk misbaar over de spurt, maar even later was hij zijn gewone ingetogen zelve met een typisch nietszeggend oncharismatisch Pauwels-interview als resultaat.
Neen, ik steek hier absoluut niet de draak met de nieuwe crosskampioen uit Kalmthout. Wel hekel ik de reacties van zijn omgeving in de vorm van ploegleider Mario De Clercq en manager Jurgen Mettepenningen. Die laatste is zoals elk jaar torenhoog favoriet om de ‘wieleroscar voor domste uitspraken’ in de wacht te slepen. Zijn kunstmatig bijeengekochte ploeg reed tot voor kort nog geen platte prijs bij elkaar, maar toch manifesteerde hij zich als de ultieme Messias in het o zo kleine crosswereldje. Messias mag gerust vervangen worden door mecenas: Enkel een enorme buidel met geld hield Mettepenningen de afgelopen jaren overeind. Zielig dat net hij, volgens mij verstaat hij nog altijd geen jota van de koers, andere ploegen met een kleiner budget gaat bekritiseren en zich gaat mengen in sportieve aangelegenheden. Schoenmaker blijf alstublieft bij je leest! Genoeg gepalaverd over dit pontificale ‘enfant horrible’. Drievoudig wereldkampioen Mario De Clercq vond dat Kevin onreglementair gehinderd werd in zijn sprint.
Arme, Mario. Heeft ook nu al hij te kampen met selectieve dementie. In zijn uiterst succesvolle loopbaan als veldrijder gold De Clercq als de sluwe bandiet van het peloton. Van barmhartige tranen op het verloren wereldkampioenschap in Sint-Michiels-Gestel 2002 tot het nekken van Vervecken in Poprad ’99. Controverse en de truken van de foor waren zijn handelsmerk. Meer nog dan de fysieke kwaliteiten, werd zijn mentale en psychologische sterkte in de verf gezet. Mario won zijn koersen al voor de wedstrijd. Hij moest zijn tegenstanders nog maar in de ogen kijken en de schrik sloeg al toe. Bovendien was hij kattenrap en speculeren op een beslissende eindspurt zijn geliefkoosde tactiek. Zo ook op het Belgisch Kampioenschap in 2002, verreden in jawel ook Koksijde. Zonder schroom won hij na een wel zeer tumultueuze laatste rechte lijn.
Wordt Koksijde het nieuwe Ronse in het wielrennen? Voor de volslagen wielerleken onder ons: Tot tweemaal toe werd er in Ronse een wereldkampioenschap gehouden op de weg. Evenveel keer was het koekenbak met chaotische en incidentrijke eindspurten. Zeker de editie van 1988 staat voor altijd in het geheugen gegrift. Onze landgenoot Claude Criquielion ging samen met zijn metgezellen de Canadees Steve Bauer en de Italiaan Maurizio Fondriest naar de meet. Een spurt in de laatste hectometers zou uitmaken wie voor een jaar lang de regenboogtrui mocht omgorden. Wanneer Bauer van op de kop aanzette, zat Claudy in de uitstekende tweede positie. Fondriest was leeg gereden en moest de rol lossen. Net op het moment dat Criquielion langs rechts de Canadees wou voorbijsteken, werd hij door Bauer tegen de nadarafsluiting geduwd.
Het gevolg was een valpartij van de onfortuinlijke Belg en een ontregelde Canadees. De derde hond (Maurizio Fondriest) ging met de overwinning lopen en Bauer werd door de juryleden gediskwalificeerd. Een tweede wereldtitel werd Claudy door de neus geboord. De onbekende Martial Gayant en Juan Fernandz werden respectievelijk tweede en derde. Laat ons hopen dat de twee kemphanen Nys en Pauwels er op 29 januari 2012 hun verstand bijhouden. Een derderangscoureur die wereldkampioen wordt, is het laatste wat het veldrijden nodig heeft!
Voor de geïnteresseerden, het filmpje van de sprint in Ronse 1988: http://www.youtube.com/watch?v=nI4W2l2J7fg