Ronse ’88

De deur dichtdoen, iemand de dranghekken inrijden, ermee op de loop gaan, iemand de pas afsnijden, van de lijn afwijken. Deze spreekwoorden waren afgelopen crossweekend schering en inslag en zetten heel wielerminnend Vlaanderen op zijn kop. Was Sven Nys schuldig? Of reed hij in Koksijde gewoon een professionele sprint?
De meningen waren zoals zo vaak verdeeld. De entourage en aanhang van Nys hield het op ervaring van een lepe vos, maar in het verliezende kamp schreeuwde men moord en brand. Kevin Pauwels reageerde zoals altijd stoïcijns. Op de streep maakt hij nog duidelijk misbaar over de spurt, maar even later was hij zijn gewone ingetogen zelve met een typisch nietszeggend oncharismatisch Pauwels-interview als resultaat.

Neen, ik steek hier absoluut niet de draak met de nieuwe crosskampioen uit Kalmthout. Wel hekel ik de reacties van zijn omgeving in de vorm van ploegleider Mario De Clercq en manager Jurgen Mettepenningen. Die laatste is zoals elk jaar torenhoog favoriet om de ‘wieleroscar voor domste uitspraken’ in de wacht te slepen. Zijn kunstmatig bijeengekochte ploeg reed tot voor kort nog geen platte prijs bij elkaar, maar toch manifesteerde hij zich als de ultieme Messias in het o zo kleine crosswereldje. Messias mag gerust vervangen worden door mecenas: Enkel een enorme buidel met geld hield Mettepenningen de afgelopen jaren overeind. Zielig dat net hij, volgens mij verstaat hij nog altijd geen jota van de koers, andere ploegen met een kleiner budget gaat bekritiseren en zich gaat mengen in sportieve aangelegenheden. Schoenmaker blijf alstublieft bij je leest! Genoeg gepalaverd over dit pontificale ‘enfant horrible’. Drievoudig wereldkampioen Mario De Clercq vond dat Kevin onreglementair gehinderd werd in zijn sprint.

Arme, Mario. Heeft ook nu al hij te kampen met selectieve dementie. In zijn uiterst succesvolle loopbaan als veldrijder gold De Clercq als de sluwe bandiet van het peloton. Van barmhartige tranen op het verloren wereldkampioenschap in Sint-Michiels-Gestel 2002 tot het nekken van Vervecken in Poprad ’99. Controverse en de truken van de foor waren zijn handelsmerk. Meer nog dan de fysieke kwaliteiten, werd zijn mentale en psychologische sterkte in de verf gezet. Mario won zijn koersen al voor de wedstrijd. Hij moest zijn tegenstanders nog maar in de ogen kijken en de schrik sloeg al toe. Bovendien was hij kattenrap en speculeren op een beslissende eindspurt zijn geliefkoosde tactiek. Zo ook op het Belgisch Kampioenschap in 2002, verreden in jawel ook Koksijde. Zonder schroom won hij na een wel zeer tumultueuze laatste rechte lijn.

Wordt Koksijde het nieuwe Ronse in het wielrennen? Voor de volslagen wielerleken onder ons: Tot tweemaal toe werd er in Ronse een wereldkampioenschap gehouden op de weg. Evenveel keer was het koekenbak met chaotische en incidentrijke eindspurten. Zeker de editie van 1988 staat voor altijd in het geheugen gegrift. Onze landgenoot Claude Criquielion ging samen met zijn metgezellen de Canadees Steve Bauer en de Italiaan Maurizio Fondriest naar de meet. Een spurt in de laatste hectometers zou uitmaken wie voor een jaar lang de regenboogtrui mocht omgorden. Wanneer Bauer van op de kop aanzette, zat Claudy in de uitstekende tweede positie. Fondriest was leeg gereden en moest de rol lossen. Net op het moment dat Criquielion langs rechts de Canadees wou voorbijsteken, werd hij door Bauer tegen de nadarafsluiting geduwd.

Het gevolg was een valpartij van de onfortuinlijke Belg en een ontregelde Canadees. De derde hond (Maurizio Fondriest) ging met de overwinning lopen en Bauer werd door de juryleden gediskwalificeerd. Een tweede wereldtitel werd Claudy door de neus geboord. De onbekende Martial Gayant en Juan Fernandz werden respectievelijk tweede en derde. Laat ons hopen dat de twee kemphanen Nys en Pauwels er op 29 januari 2012 hun verstand bijhouden. Een derderangscoureur die wereldkampioen wordt, is het laatste wat het veldrijden nodig heeft!

Voor de geïnteresseerden, het filmpje van de sprint in Ronse 1988: http://www.youtube.com/watch?v=nI4W2l2J7fg

Noorse warmte

Na twee ritoverwinningen in de afgelopen Ronde Van Frankrijk en een etappezege in zowel de rondes van Groot-Brittannië als Zwitserland, werd de Noor Thor Hushovd vandaag een vijfde zegetuil overhandigd. Neen, geen triomf in een oneerbiedig en overbodig eindeseizoenscriterium. Wel een onderscheiding getiteld ‘grote toegankelijkheid en beschikbaarheid voor de media’, uitgereikt door de AIJC (Internationale Organisatie van Wielerjournalisten).

Ik geef toe: zowel de prijs als de verantwoordelijke stichting klinken mij onbekend in de oren. Raar want op de nog zeer bescheiden erelijst prijken 3 grote namen uit het wielercircuit. Eerder mochten ook al Paolo Bettini, Philippe Gilbert en Fabian Cancellara stoefen met deze decoratie. De sterke beer van Grimstad won overigens zeer nipt, maar werd daarom niet minder terecht in de bloemetjes gezet. Hij behaalde slechts 1 stem meer dan de chauvinistische en bij zijn collega’s zeer ongeliefde Thomas Voeckler. We mogen de wielergoden danken dat deze Franse vedette niet met de eer is gaan lopen. De voorbije Tour werden we tot mijn grote frustratie dagelijks geconfronteerd met zijn mediageilheid: Titi Voeckler hoefde nog maar zijn billen van het zadel te lichten of de tv-journalisten sloegen op hol. Met één bijzonder goed geacteerde pijnlijke grimas draaide de nieuwe Franse chouchou alle camera’s rond zijn vinger en stond te tent op zijn kop.

Ja, de tent is hier geen overbodige beeldspraak. De Tour de France is tegenwoordig één groot megalomaan circus met de coureurs als goochelaars en clowns. Sommige nieuwelingen worden onvoorbereid voor de leeuwen gegooid, andere routiniers gooien hoge ogen op de trapeze. Zonder een speciaal VIP-pasje is het heden ten dage bijna onhaalbaar om de renners te benaderen. Spijtig, wielrennen is bij uitstek een volkssport waarin de supporters en sporters traditiegetrouw een zeer intense relatie met mekaar hebben. Onze goede vriend Hushovd laat zich door deze overdreven roem en hoogmoed (komt altijd voor de val) niet verleiden.

Ondanks zijn impressionante verschijning blijft deze bonkige Noor zijn vriendelijke zelf. Op de fiets een meedogenloos beest, daarbuiten een zeer aimabele persoonlijkheid.
Eén keer heb ik de eer gehad de uiterst charmante Thor vluchtig te mogen ontmoeten. Meer dan aanklampen en bedelen voor een foto was er niet bij. Idolatrie is van alle tijden. Van zijn mengelmoes Noors-Engels-Nederlands verstond ik geen jota, maar zijn huiselijke warmte maakte indruk. Het motto van zijn Ieperse fanclub ‘Thorfriends’ luidt: Koers, drank en leute. In het eerste is hij zeer bedreven, het tweede vermoed ik ook, maar in het derde steekt hij er boven uit. Thor, doe zo voort: Je droomklassieker Parijs-Roubaix staat nog niet op het palmares, maar vele supportersharten uit Vlaanderen wel.

Vlees noch vis

Ondanks een jaar vol speculatie en tegenstrijdige berichten, gaat morgen (21 november) het proces van ‘Alberto Contador en het besmette vleeslapje’ van start in Lausanne. U hoort het wel degelijk goed, het begint nu pas. Voor diegenen die net als ik op hun tandvlees zitten en al de verschillende aantijgingen niet meer kunnen volgen, hier een kleine chronologische bloemlezing van de hetze: 21 juli 2010, rustdag in de Tour in het bloedhete Pyreneeënstadje Pau. Waar andere renners hun familie ontvangen, krijgt Alberto Contador bezoek van de dopingcontroleurs. Op 30 september datzelfde jaar zal blijken dat die verplichte visite een prangend resultaat met zich meebracht in de vorm van een positieve plas.

Uiteraard was Bertje Contador onschuldig. Wist hij welk vlees hij in de kuip had toen hij geheel onwetend een met verboden middelen verontreinigde Spaans biefstuk achter de kiezen propte en daardoor betrapt werd op een minieme hoeveelheid Clenbuterol. Hoeveel? Vijftig Picogram: Cero, cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cinco (U allen bekend). Vervuild vlees uit Spanje. Origineel, deze uitvlucht hadden we nog niet eerder gehoord. Ze wordt dan ook terecht bekroond met een notering in de top 10 van creatieve dopingexcuses aller tijden. Ziehier een aantal gelauwerde uitvluchten uit het illustere rijtje van andere fantasierijke voorgangers: Frank Vandenbroucke (voor de behandeling van zijn zieke hond), Gilberto Simoni (Cocaine in Colombiaanse thee) en LaShawn Meritt (steroïden voor penisvergroting). Doen al deze uitvluchten ook uw wenkbrauwen fronsen?

Terug naar Contador. Op 26 januari van dit jaar werd hij door de Spaanse Wielerbond voor een jaar geschorst, om twee weken later  terug vrijgesproken te worden. Het UCI (Internationale Wielerunie) en het WADA (Wereld Anti-Doping Agentschap) tekenen beroep aan, maar het proces zal pas na de Tour van 2011 gehouden worden. November zal uiteindelijk blijken. Maar wees gerust, aan het einde van deze maand is het nog niet achter de rug. Het definitieve vonnis is pas voor begin van het volgende kalenderjaar.

Doping (zucht). Het zal voor altijd vastgeroest zitten in de sportsamenleving. Sommige sporters kunnen er nu éénmaal niet aan weerstaan. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. Betrapte sporters (Contador werd in de Tour van 2011 maar liefst 4 keer betrapt) verdienen een tweede kans. Onder het motto ‘nieuwe rondes, nieuwe kansen” krijgen Thomas Dekker (Garmin-Cérvelo) en Matthew Lloyd (Lampre) volgend seizoen een nieuwe mogelijkheid om de edele ambacht van beroepswielrenner terug te mogen uitoefenen. Die laatste werd dit jaar ontslagen bij Lotto wegens gedrag ‘dat niet strookte met het imago van het team’, wat volgens de officiële communiqués niets te maken met doping.

Denken ze nu werkelijk dat we allemaal zo naïef zijn als een kind. Ook al komt de waarheid uit een kindermond, hier zit meer dan een reukje aan. Iljo Keisse staat dan wel weeral bijna drie jaar aan de kant door ook een positieve dopingplas. De verscheidene wielerunies hanteren blijkbaar verschillende maten en gewichten. Een dikke week na 11-11-11 dan ook deze spijtige vaststelling: onrecht is van alle tijden en nog lang niet de (wieler)wereld uit.

Biechtstoel

Enkel de snijdende koude en de talloze Sinterklaasfoldertjes lieten me dinsdag geloven dat het niet 1 april, maar 15 november was: De Deen Michael Rasmussen beweert dat hij naast de eindzege in de Ronde van Frankrijk van 2007 greep door een huwelijksprobleem. De ex-geletruidrager werd tijdens die Tour door zijn ploeg ontslagen omdat hij in de voorbereidingsfase sjoemelde met zijn whereabouts. Hij maakte toen de Internationale Wielerunie wijs dat hij op hoogtestage was in Mexico, terwijl hij eigenlijk in Italië bij een omstreden sportdokter zat, al dan niet een dopingkuur volgend. Iemand met een kluitje in het riet sturen, een col op sprinten, leven met anorexia en olijke interviews geven. Hij kon het allemaal.

Maar wat blijkt nu vier jaar later. Rasmussen was toen niet in Italië om te trainen, maar zat in de laars doodleuk met een andere vrouw te rampetampen. Bedrog blijkt van alle tijden. De Deen verloor wel de Tour (zijn levensdroom), zijn status en geloofwaardigheid, maar redde door de leugens wel zijn echtverbintenis. In het leven moet je kiezen, niet waar.
Wel, ik geloof er geen snars van. Als er iemand gedreven met zijn vak bezig was, dan wel Michael Rasmussen. Alle wielrenners zijn strevers. Een coureur die de perfectie niet nastreeft, bestaat niet. Maar je hebt grenzen. Trainen in noodweer en fietsen op een nuchtere maag om honger te kweken, tot daar toe. Daar wordt je, eerder mentaal dan fysiek, sterker van. Het wegen van fietsbroeken, het aantrekken van te kleine schoenen en de reclamestickers van je fiets afvijlen om toch maar enkele grammen kwijt te spelen. Deze autist heeft het allemaal gedaan.

Zot zijn is wel degelijk niet gezond. De ex-mountainbiker rijdt momenteel voor een kleine Deense wielerploeg, gesponsord door Christina Watches. Ik vraag me af of de wijzers van zijn horloge niet stiekem afgeknipt zijn… Gelooft u dat deze maniak, die 12 maanden per jaar obsessief bezig is met zijn vak, een paar weken voor zijn grote afspraak rustig zit te flikflooien met een andere vrouw?  Triestig dat deze farce de internationale pers haalde. Gebakken lucht, we zullen er nooit genoeg van krijgen.

Analogie

Tijdens het aandachtig bekijken van de 49e editie van de Jaarmarktcross in Niel, traditiegetrouw gehouden op 11 november, waande ik me gisteren even in de periode 1914-1918. Dit uurtje pseudo-spektakel stond in schril contrast met de bloederige en vreselijke vier jaar durende Wereldoorlog I, maar aan parallelle verhaallijnen ontbrak het geenszins. Het moet gezegd worden: de kurkdroge weide aan de Rupel deed oneer aan de moerassige kleigronden van de Ijzer- en Sommestreek waarin de soldaten toen moesten klauteren, maar toch hadden de talloze dijken langs het parcours met veel fantasie iets weg van de loopgraven en bunkers van de Eerste Wereldoorlog.

Net als in 1914 begonnen de Duitse mogendheden met een invasie. De jonge Germaan Marcel Meisen, een ploegmaat van Niels Albert bij BKCP-Powerplus, nam een kanonstart en verzamelde in de eerste hectometers van de wedstrijd al snel een voorsprong van een vijftal seconden bijeen. Net als zo’n kleine honderd jaar geleden moesten de Fransen zich in de debatten mengen. De ook al zeer jonge Franse hond Mathieu Boulo, knap 4de in de einduitslag, kon zich niet bedwingen en voerde een succesvolle counteraanval uit. Zo werden de eerste twee van de tien af te leggen ronden onder leiding van deze Frans-Duitse entente bedwongen.

Toen Tom Meeusen in de derde ronde zijn fiets met een geweldige jump over een greppel van 1m30 breed katapulteerde, was dat het sein voor de Belgen om zich ook te mengen in het strijdgewoel. Niels Albert zette zich aan de kop van het peloton en ontketende de jacht op de twee buitenlandse ontsnapten. Zijn eerste fusee miste echter precisie en werd afgeblokt door een leeglopende tube achteraan. Zou deze veldslag beslist worden door pech? Toch wel, de lekke band voor Niels kon je vergelijken met de rol van de sluiswachter Karel Cogge: (deze man zette in 1914 de sluizen van de Ijzerrivier open, waardoor de Duitse troepen overspoeld werden door waterkracht en vastgezet werden in het Vlaamse hinterland) De wedstrijd zat in een definitieve plooi.

Albert werd achteruitgeslagen en Sven Nys, man van vele oorlogen, plaatste een bommetje. Met de hulp van zijn ploegmaat Vanthourenhout, allianties zijn van alle tijde, raakte Nys alleen voorop en zou hij zijn leiderspositie niet meer afgeven. Albert probeerde met Kevin Pauwels nog een ultieme omwenteling te forceren. Maar toen die laatste echter niet sterk genoeg bleek, verzeilde hij in de achtervolging. Seconde per seconde knabbelde hij aan de voorsprong van Nys, maar de posities lagen vast. Een laatste stellingenoorlog met veel wapengekletter bracht geen soelaas meer. Een bewogen en strijdvaardige Dag van de Wapenstilstand was het resultaat.

Grasrijder

Hartelijk gefeliciteerd met je overwinningen in Oudenaarde en Ronse Kevin Pauwels, of moet ik Kevèin zeggen, om ook tot de nieuwe groep van trendsetters te behoren. Beide zeges waren mooi en onverwacht, maar tevens oververdiend. Toegegeven de omlopen lagen er door de warme nazomer zeer hard en droog bij. Sommige critici spreken zelf van criteriums en autostrades in plaats van cyclocross. Niets aan te doen, de grillen van moeder natuur zijn streng maar rechtvaardig.

Deze vrijdag is het Jaarmarktcross in Niel. Een klassieker waarbij heel het dorp traditiegetrouw de draaimolens, paardenmolens en lunaparken even links laat liggen voor een gezonde portie modder en slijk aan de oevers van de Rupel. Beste weergoden: Ik brand bij deze een kaars voor een ouderwetse kermis (laten we in thema blijven) in de hel. Laat het donderdagavond miezeren, gieten en voor mijn part zelf stortregenen in de buurt van Boom. Het overdadige vloeisstof van de onweerswolken zal de saaie en snelle parcours herschapen in éénn drassige poel. Eindelijk zullen de ware modderduivels zich naar hartenlust kunnen uitleven in de voor hun heilige smurrie.

Pauwels de voorlopige kampioen van de snelle omlopen zal zich mogen weren als een duivel in een wijwatervat om de baroudeurs met de grote motor zoals Albert, Nys en Lars Boom (kom maar gauw terug naar het veld). Hun bonkige en iets breder geschouderde lijven zijn gemaakt om te baggeren in de blubber. Ik wil zeker niet met modder gooien naar de wielrenner en grasduiner in Kevin Pauwels, maar het cross-seizoen kan met de langverwachte slibberige trajecten eindelijk beginnen. Of zoals Tatyana Storm (de muze van het veldrijden) het zo mooi zong: De cross gaat door!

Vals plat

Met de zege van Kevin Pauwels in de Koppenbergcross, kwam er dinsdag een abrupt einde aan de zeven jaar durende heerschappij van Sven Nys in Melden.Toch werd er na de veldrit niet over de glorieuze overwinning van Pauwels gesproken. De pech van zijn concurrent was na afloop het gespreksonderwerp van de dag. Was de achtertube van Nys al plat voor hij zijn fiets aannam in de materiaalpost of was Dame Fortuna hem slecht gezind en gaf ze deze vreselijke straf?

Toen het halfweg cross begon te druppelen, nam Nys geen risico: hij moest en zou andere banden nemen om zijn veiligheid te vrijwaren. Ploeterend op fietstubes met een weinig grof profiel, baande hij zich een weg naar de fietswisselzone boven op de weide van de mythische bult uit de Ronde Van Vlaanderen. Maar net daar sloeg het noodlot toe. Het achterwiel van de kannibaal uit Baal bleek helemaal plat te staan, waardoor hij de bochtige en zeer technische afdaling met dichtgeknepen billen mocht aanvatten op een ontregelde fiets. Alle vaardigheden uit zijn immense stuurmanskunst gebruikend, slaagde Nys met brio in deze hachelijke onderneming, maar de koers was gereden.

Sisyfusarbeid, schoot me te binnen. U weet wel, de mythe over de Korinthische vorst Sisyphus die door de Griekse goden eeuwig gedoemd werd om een zware rotsblok tegen een steile berg op te duwen, dat echter telkens van de top weer in de diepte rolde en hij zo opnieuw moest beginnen. Het is niet de eerste keer, en het zal ook niet de laatste zijn, dat Nys door materiaaldefect een koers verliest. Ik moet hierbij wel bekennen dat Pauwels uitermate sterk was en Nys zonder tegenslag misschien ook niet had victorie gekraaid. Maar als, stel en indien blijven nu éénmaal de Vox Populi achtervolgen. Vorig jaar kende Nys pech in de crossen van Niel, Gieten, Antwerpen, Diegem en Loenhout. Waarom altijd bij hem? Ligt het aan zijn ondertussen 68-jarige mecanicien Fons Wouters?

Dat laatste betwijfel ik ten zeerste. Deze zeer aimabele vriend des huizes wordt inderdaad een dagje ouder, maar is en blijft een rasechte vakman. Is het materiaal van Colnago niet koosjer? Misschien wel, maar waarom hebben zijn ploegmaten dan niet dezelfde pech?
Voorlopig blijft alles verhuld in de duisternis. Straffe onderzoeksjournalisten van deze wereld, kom uit jullie schulp en los dit raadsel op. Sven Nys is de beste veldrijder aller tijde en verdient geen tegenspoed en wanbof als deze. Eén ding is zeker, als de tegenslag hem blijft achtervolgen zal enkel een platte prijs hem gegund zijn.